Tag Archief van: veeteelt

Deltaplan Duurzaamheid 7: Landbouw en veeteelt

Deltaplan Duurzaamheid 7: Landbouw en veeteelt

Inleiding algemeen

Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.

Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.

Deltaplan duurzaamheid

In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.

En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.

Draagvlak

Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!

Inhoud van ons Deltaplan

Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen

Inleiding Hoofdstuk 7: Landbouw en veeteelt

Van Neerland’s trots naar discussiepunt

Helaas zijn onze boerderijen de laatste jaren steeds meer een onderwerp geworden van heftige discussies. Vooral door het uitstelgedrag van de regeringen van de afgelopen 10 jaar zijn nu kritische waarden bij stikstof, fosfor, pfas e.a. overschreden en worden noodmaatregelen genomen. Dat laatste eigenlijk vooral omdat deze worden afgedwongen door de rechter, niet omdat de regering zelf de maatregelen geleidelijk aanscherpt bijvoorbeeld.

Maar onder de oppervlakte zitten opvattingen en zorgen over dierenwelzijn, insectensterfte, grootschaligheid, de kwaliteit en prijs van voedsel, de toekomst van boeren en hun gezinnen, het wereldvoedselvraagstuk, de natuur, het landschap en de economie. En meningen lijken te veranderen. Zo is kennelijk een meerderheid van de Nederlanders voor het verminderen van het aantal dieren. Overigens eten we nog steeds evenveel vlees als tien jaar geleden.

Partij Helder pleit voor een lange termijn evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. In dit concrete geval betekent dat een overgang naar zo duurzaam mogelijke landbouw, met een goede toekomst die financieel zeker en aantrekkelijk is voor onze boeren.

Visie: voorkeurszones

Hier geldt het probleem van de beperkte ruimte die we als land hebben vooral, want de landbouw neemt de helft van het Nederlandse grondgebied in beslag en drukt dus een zware stempel op die omgeving. Eerder al hebben we, in Hoofdstuk 2 Deltaplan Duurzaamheid: het plan zelf en onze visie, gesproken over het indelen van Nederland in de  voorkeurszones 1) wonen en werken en mix, 2) natuur, 3) water, en 4) boerderijen (agrarische zones).

Voor de agrarische strook door Nederland heen betekent dat dus dat daar landbouw en veeteelt optimaal zouden kunnen gedijen, en eventuele schadelijke uitstoot minder invloed heeft op mensen en natuur. In die agrarische voorkeurszone kun je aangegeven waar wat plaatsvindt, bijvoorbeeld welke type melkveehouderij met welke mate van beweiding en welke landschapsopgaven, zoals divers grasland en weidevogelbeheer. En daarmee krijg je verdere specialisatie van agrarische gebieden in het meest vruchtbare deel van Nederland, door uitruil en concentratie van landbouwgebieden. Voordeel: goede landbouw op de goede plek kan met de helft van het huidige areaal evenveel produceren als nu – daar is maar 20% van de huidige input van pesticiden en kunstmest voor nodig.

Zo grazen runderen en schapen in de kringlooplandbouw van gras en kruiden op grasland dat ongeschikt is voor het telen van voedsel. En gaandeweg kan de landbouw geconcentreerd worden op de meest vruchtbare klei- en zavelgronden (zand en klei) in een strook van Zeeuws-Vlaanderen en West-Brabant en de rijke graslanden in het westen via de Flevopolders tot in Friesland en Groningen. Vanzelfsprekend blijven er in andere gebieden ook boerderijen, maar door dit uit te voeren ontstaat er meer ruimte voor zowel steeds duurzamere landbouw en veeteelt, als, in andere voorkeurszones, woningen, natuur en waterbeheer.

Huidige landbouw en bio-industrie

Na de oorlog werd de voedsel- en vleesproductie geïndustrialiseerd. Door ruilverkaveling en specialisatie ontstonden er bedrijven die efficiënter voedsel en veevoer konden produceren. Ook in de melkveehouderij werd sterk gemechaniseerd en geautomatiseerd.

Problemen van de traditionele veeteelt

Bio-industrie, vee-industrie of intensieve veehouderij is de industrie die met de hoogst mogelijke efficiëntie dierlijke producten produceert. Kenmerken van de bio-industrie zijn dan ook de hoge arbeidsproductiviteit, hoge dierdichtheid, en hoge mate van schaalvergroting, specialisatie, mechanisering en automatisering. Nederland heeft, op ons kleine stukje land, een relatief grote veestapel vergeleken met andere landen.

Die efficiëntie staat op gespannen voet met

  • mensen: onze gezondheid, door kwesties met antibiotica resistentie, overdraagbare virussen als Q koorts
  • dieren: het welzijn van de gehouden dieren, door fysieke ingrepen en genetische veredeling aangepast aan bedrijfseconomische eisen (zie ook Hoofdstuk 4 Dieren: vrienden en voedsel)
  • natuur en milieu: de grote veestapel zorgt voor een grote milieu-impact. De bio-industrie heeft een negatieve invloed op lucht, water en bodem door uitstoot van nitraat, fosfaat en ammoniak. Voor de productie van 1 kg rundvlees is 15.500 liter water nodig, voor varkensvlees is dat 4.800 en kip 3.900 liter/kg. En koeien produceren bijv. grote hoeveelheden van de broeikasgassen koolstofdioxide, methaan, stikstofoxide en lachgas. De veeteeltsector zou zelfs voor een flink deel verantwoordelijk zijn voor door mensen veroorzaakte opwarming van de aarde,

Vanaf de tweede helft van de 20e eeuw werd dit in toenemende mate erkend als een ecologisch probleem waar iets aan diende te worden gedaan. Daarentegen is het uitbreiden van de veestapel economisch gunstig voor de landbouwsector.

Problemen van de traditionele landbouw

Al langere tijd, maar zeker sinds de jaren 1970, wordt gezien dat de (gangbare) landbouw ook niet duurzaam is. Veevoer, kunstmest, fossiele brandstoffen komen terecht in de bodem, het water, de lucht. Belangrijk daarbij is stikstof, door intensief gebruik van producten die voor neerslag van stikstof zorgen, die in verschillende chemische verbindingen in de bodem, het water, de lucht terecht komt. Ook hier staat dus de efficiëntie op gespannen voet met:

  • mensen: ongezond voor mensen door uitstoot en gebruikte bestrijdingsmiddelen
  • natuur en milieu: belast het milieu en tast biodiversiteit en het landschap aan en doet een te groot beroep op grondstoffen, water en energie. In de Natura2000-gebieden maar ook andere gebieden is er veel te grote hoeveelheid stikstof nog los van andere stoffen (in 70 procent van de Natura 2000- gebieden wordt de kritische waarde overschreden, vaak vele malen).

Als gevolg hiervan is al in de jaren 1970 de alternatieve landbouw ontstaan, wat nu aangeduid wordt als biologische of biologisch-dynamische landbouw. Belangrijkste kenmerken van deze alternatieve vormen van landbouw is dat ze geen kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken.

Beleid tot nu toe

De overheid heeft in principe wel gekozen voor een transitie naar duurzamere landbouw en veeteelt, maar ook hier stelt de overheid zich op afstand, en vindt dat de markt zijn werking moet doen. Als duidelijk wordt dat er maatregelen nodig zijn, worden deze ook wel genomen. Meestal gaat dat om beperkingen in de manier waarop de boerenbedrijven mochten werken. Maar deze worden meestal pas genomen als het probleem te groot wordt, en pas dan worden de geleidelijke maatregelen en adviezen ineens omgezet in geboden en verboden. In de praktijk gaat het om te late en te kleine en te vrijwillige maatregelen, waardoor bijv. er in de bouw op de rem wordt getrapt vanwege de stikstof maatregelen.

Duurzame landbouw en veeteelt

Probleem: verschillende belangen in een klein landje

De basiskwestie is de vraag hoe ons land ruimtelijk en economisch ingericht moet worden om te voldoen aan maatschappelijke wensen, en tegelijk de toonaangevende positie van een krachtige en innovatieve Nederlandse agrarische sector kan behouden. De sector neemt de helft van het Nederlandse grondgebied in beslag en drukt dus een zware stempel op die omgeving.

De huidige situatie met beperkingen en protesten is een logisch gevolg van de complexiteit van de vraagstukken in een dichtbevolkt land, waar ruimtelijke en economische belangen botsen, met een overheid die zich niet wil branden aan lange termijn oplossingen. Het nadeel voor de boeren is dat er onvoldoende perspectief is, zowel om gemotiveerd hun bedrijf te kunnen voeren, als ook om aan een zekere financiele toekomst te kunnen bouwen.

Voorkeurszones  – we hebben het al een keer gedaan

In de Inleiding beschreven al onze visie m.b.t. de geleidelijke migratie van boerenbedrijven (voor zover ze daar niet al staan) naar voorkeurszones waar landbouw en veeteelt optimaal zouden kunnen gedijen. De andere voorkeurszones 1) wonen en werken, 2) water en 3) natuur ondervinden daar dan geen of minder de lasten van.

En we hebben in het verleden al laten zien dat het kan: na de oorlog ontstond vanuit de noodzaak voor voedselvoorziening en geholpen door het Marshall plan de grote ruilverkaveling. Dat kunnen we nu ook weer doen, ook weer voor onze voedselvoorziening en voor deze bloeiende industrie, maar wel binnen de regels van de duurzaamheid.

Lange termijn afspraken maken met de boeren

Het doel is hier duurzame landbouw en veeteelt, d.w.z. evenwicht tussen belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. Dat is daarmee voor ons de overkoepelende term voor hoe boerderijen van de toekomst moeten gaan werken. Daarbij moeten de boeren duidelijke en scherpe doelen krijgen voor biodiversiteit, bodem, water, landschap, klimaat en dierenwelzijn, maar ook financiele zekerheid tijdens de transitie. In deze lange termijn afspraken, deze ‘door anderen al geformuleerde, ‘New deal’ krijgen boeren een eerlijk en voldoende inkomen ontvangen voor

  • mensen: het produceren van gezond voedsel;
  • lokale kringloop: goede circulariteit (Kringlooplandbouw), wat inhoudt dat de agrariër probeert de uitstroom en instroom van de hulpbronnen gelijk te houden, en dat er geen tekorten optreden. Dit betekent mest gebruiken, zelf water zuiveren, energie opwekken en op streekniveau streven naar een kringloop van voedingstoffen. Verder grazen runderen en schapen in de kringlooplandbouw van gras en kruiden op grasland dat ongeschikt is voor het telen van voedsel. Zoals in Nederland de veenweidegebieden. En een gewassen-rotatieschema van 7 jaar tegen de bodemuitputting;
  • dieren: uitgaan van dierenwelzijn, waarbij dieren voldoende ruimte krijgen en hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen (zie ook Hoofdstuk 4 Dieren: vrienden en voedsel);
  • natuur en milieu: het zorgen daarvoor, door schoon water, schone lucht en een natuurlijke bodem door zo min mogelijk gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en geen genetisch gemodificeerde organismen. Daarnaast een aantrekkelijk, toegankelijk, biodivers landschap, door te zorgen voor natuurbehoud binnen en buiten het bedrijf.

Samen met de boeren

Als samenleving vragen we veel van boeren, we moeten dan ook de daad bij het woord voegen en de gewenste veranderingen mogelijk maken, via nieuwe verdienmodellen en de juiste ondersteuning.  De overheid moet boeren helpen om de omslag te maken. Concreet betekent dit de volgende spelregels:

  • Prijs: boeren krijgen een goede prijs voor hun producten én de diensten die zij verrichten zoals als natuurbeheer
  • Duidelijkheid: heldere doelen en lange termijn duidelijkheid. En dus werken vanuit een plan, en niet met noodmaatregelen, zodat de boer-ondernemer met een gerust hart kan investeren.
  • Overheid: de overheid neemt ook haar verantwoordelijkheid voor een duurzame transitie
    • Stimuleren van overgang naar zoveel mogelijk duurzame landbouw. Net als bij huizen en bedrijven zoals besproken in Hoofstuk 3 Energie, wonen, werken ook hier de spelregel
      • duidelijke spelregels, goede vergoedingen
      • een nieuwe boerderij is een duurzame boerderij, in een optimaal geschikt gebied
      • overnemen is 1) verduurzamen, waar mogelijk, of 2) ruilverkavelen naar een beter gebied of 3) stoppen (met een uitkoopsubsidie)
    • Stimuleren van de markt voor producten van duurzame landbouw en veeteelt
      • nu zijn duurzame producten over het algemeen duurder.
      • wij zijn voor 0% BTW op in Nederland geteelde en verkochte duurzame producten. Waar dat financieel mogelijk is ook voor in het buitenland verkochte duurzame producten.
      • deze regeling wordt geleidelijk beperkt tot producten met een steeds beter duurzaamheidskeurmerk (belangen mensen, dieren, aarde). Er wordt hiervoor een redelijke overgangsperiode gekozen die de agrarische bedrijven de gelegenheid geeft om om te schakelen.
      • het beoogde effect is dat de niet duurzame producten zich uit de markt prijzen en dat het voor onze boeren aantrekkelijker wordt om de overstap te maken. Nu starten boeren soms met duurzame kippen of een ander product, om daar dan na een paar jaar mee te moeten stoppen vanwege te weinig vraag.
    • Regie om de andere spelers in de markt (leveranciers en banken) ook te stimuleren om in de transitie mee te gaan
    • Keurmerk: er komt bij voorkeur 1 keurmerk dat de wirwar aan al dan niet duurzame keurmerken vervangt. Daardoor is het voor de de consumenten duidelijker wat zij precies (willen) kopen en voor de boeren duidelijker waaraan zij moeten voldoen en hoe groot de markt daarvoor is.

Draagvlak

Willen boeren die omslag wel maken?

Veel boeren geeft aan de omslag wel te willen maken. Ze willen die ratrace van productieverhoging waar ze nu inzitten helemaal niet meer. Het probleem zit hem misschien wel meer bij de de markt, leveranciers en bij de banken. Er zal dus ook met leveranciers en banken gesproken moeten worden over hun rol. Hierboven werd al genoemd dat de overheid een belangrijke rol heeft. Door hier duidelijk de regie te nemen, zorgen zij voor een context waarin de boeren de omslag makkelijker kunnen maken.

De mix gaat veranderen

Vanzelfsprekend zullen er nog vele jaren traditionele boerenbedrijven blijven, maar de mix zal hierdoor de komende jaren al veranderen. De huidige uitkoopregelingen hebben laten zien dat het soms snel kan gaan. De boeren die voor de lokale markt produceren kunnen de transitie sneller maken, omdat we hen in Nederland met de hierboven genoemde maatregelen veel sneller een aantrekkelijke en duurzame markt kunnen bieden.

De huidige boerderijen die willen exporteren en concurreren op de algemene wereldmarkt zullen ongetwijfeld blijven, maar ook hier zal de transitie worden ingezet. En dat wordt dan dus concurreren op de duurzame wereldmarkt.

Bronnen en reacties

Bronnen

Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering.

We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.

Reacties

Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!

Deltaplan Duurzaamheid 6: Natuur en milieu

Deltaplan Duurzaamheid 6: Natuur en Milieu

Inleiding algemeen

Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.

Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.

Deltaplan duurzaamheid

In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.

En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.

Draagvlak

Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!

Inhoud van ons Deltaplan

Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen

Inleiding Hoofdstuk 6: Natuur en milieu

In dit hoofdstuk gaat het om onze natuur en ons milieu. In hoofdstuk 2 hebben we al gesproken over het indelen van Nederland in ‘voorkeurszones’ voor 1) wonen en werken en mix, 2) natuur, 3) water en 4) boerderijen (agrarisch). Voor de agrarische strook door Nederland heen betekent dat bijvoorbeeld dat daar duurzame landbouw en veeteelt optimaal zouden kunnen gedijen, en eventuele schadelijke uitstoot minder invloed heeft op mensen en natuur. Voor  de Natuur en Milieu gebieden (w.o. de al bestaande ecologische hoofdstructuur) betekent dit eigenlijk hetzelfde, maar daar worden dan de hoogste eisen aan gesteld v.w.b. duurzame ontwikkeling en beheer.

Wat is Natuurbescherming

Onder natuurbescherming verstaat men het beschermen van bepaalde elementen van de natuur, in het bijzonder cultuur-historisch belangrijke of oorspronkelijke landschappen, bedreigde levensgemeenschappen, dier- en plantensoorten, biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen. Ook het tegengaan van bedreigingen en terugbrengen van een situatie in een oudere (oorspronkelijke) staat rekent men ertoe.

Terreinbeheer

Op het gebied van het beheren van natuurreservaten zijn de volgende organisaties van groot belang. Samen beheren ze bijna al het Nederlands natuurgebied:

  • Staatsbosbeheer – de grootste
  • Provinciale Landschappen, een samenwerkingsverband van particuliere natuurterrein beherende instanties op provinciaal niveau. De Stichting de12landschappen is de tweede grootste.
  • Vereniging Natuurmonumenten, de oudste particuliere beheerder
  • Drinkwaterbedrijven, de vierde

Waarom natuur beschermen?

Op het land

In Nederland staan natuur en biodiversiteit onder grote druk. Natuurgebieden worden opgeofferd voor asfalt, bedrijventerreinen en stedenbouw. Vermesting en verdroging, vooral als gevolg van de intensieve landbouw en de vee-industrie, brengen de overgebleven natuur veel schade toe. Van de oorspronkelijke biodiversiteit is in Nederland nog slechts 15% over. Meer dan 80 procent van de speciale beschermingszones (de zogenaamde Natura 2000-gebieden; zie hieronder) bevindt zich in slechte staat.

Ook uit onze directe woonomgeving is veel natuur verdwenen, en dat terwijl groene steden en dorpen een belangrijke functie hebben in de gezondheid en het welzijn van mensen en dieren.

In het water

Ook de natuur in de Nederlandse wateren is er slecht aan toe. Landbouwgif en meststoffen in rivieren, sloten en meren verstoren de ecologie onder water. Overbevissing heeft de Noordzee en de Waddenzee ernstig aangetast. Visserijtechnieken waarbij de bodem van de zee wordt omgeploegd om vissen in de netten van vissers te jagen, brengen grote schade toe aan de zeebodem. Veel vissoorten worden met uitsterven bedreigd.

Natura 2000 gebieden

Algemeen

In Europa heeft elke lidstaat gebieden aangewezen, de Natura 2000-gebieden, met een beschermde status. In deze gebieden moet je zorgen voor een, zoals het heet, gunstige staat van instandhouding. Een van de voorwaarden is dat je de stikstofdepositie onder een bepaalde waarde brengt, de kritische depositiewaarde.”

Kritische depositiewaarde: wat is dat?

Boven die waarde heb je kans op negatieve effecten, en die kans neemt toe met de duur en de grootte van de overschrijding. Voor hoogveen ligt die waarde vrij laag, op 5 kilo per hectare per jaar. Ook duingebieden en kruidenrijk grasland hebben een lage drempel. Bossen zitten tussen de 15 en 30 kilo. In Nederland bedraagt de depositie nu, gemiddeld, zo’n 22 kilo per hectare per jaar.

De huidige stikstofcrisis

In 70 procent van de Natura 2000- gebieden wordt de kritische waarde overschreden, vaak vele malen. Dit laat zien dat de huidige natuurbescherming volstrekt onvoldoende is. De binnenlandse landbouw heeft in die depositie veruit het grootste aandeel, ruim 40 procent – het varieert iets van jaar tot jaar. Vandaar dat er voor oplossingen vooral naar de landbouw wordt gekeken.

Overige natuurgebieden: net zo belangrijk

De huidige stikstofcrisis beperkt zich tot de neerslag (depositie) van stikstof in beschermde Natura 2000-gebieden, vooral ook omdat die juridisch beschermd zijn in de EU. Maar de te hoge depositie en de verarming van de biodiversiteit gaat op voor alle natuur in Nederland, vooral die op het platteland.

Uitgangspunten

Partij Helder vindt dat we beter en slimmer moeten omgaan met het kleine landje dat we nu eenmaal hebben.

  • Natuur blijft natuur: de natuur die we nog over hebben in Nederland, natuur moet blijven.
  • Staatsbosbeheer en haar natuurgebieden moeten niet geprivatiseerd of verzelfstandigd worden (op basis van de ondertussen ouderwetse opvatting dat privatiseren betekent dat iets verbetert en goedkoper wordt)
  • Vergunningen: de vergunningplicht voor activiteiten in en rond beschermde natuur moet weer volledig verankerd worden in de wet. Zodat plannen voor activiteiten of projecten die ten koste gaan van bestaande natuur, alleen doorgang kunnen vinden als er een aantoonbare bijdrage is voor duurzaamheid op lange termijn.
  • Echte kosten (true costs) ook hier: daarnaast mag bouwen in groene gebieden niet goedkoper zijn dan bouwen in versteend gebied. Als er gebouwd wordt in een groen gebied, moet er op kosten van de projectontwikkelaar natuur voor terugkomen die in omvang drie maal zo groot is en van betere ecologische kwaliteit dan het gebied dat verloren gaat.
  • Jacht: alleen nog voor natuurbeheer (zie hieronder)

Dieren en planten in het Nederlandse ‘wild’

We hebben in het Deltaplan Duurzaam hoofstuk over dieren geschreven over Dieren: vrienden en voedsel. Partij Helder komt op voor het welzijn van de (overgebleven) dieren en plantensoorten in onze natuur, klein en groot. Dat betekent o.a. dat wij in Nederland actief natuur beschermen of vormen zodat zoveel mogelijk inheemse soorten en hun populaties worden hersteld en onderhouden.

Jacht alleen nog, met toestemming, voor natuurbeheer

Dat betekent dat er alleen nog op verzoek van Staatsbosbeheer of andere organen mag worden gejaagd. De lijst met bejaagbare soorten wordt afgeschaft waardoor plezierjacht op dieren alleen nog maar mag in het kader van natuurbeheer (met expliciete toestemming van bevoegde instantie). We hebben in ons kleine landje domweg te weinig natuur en daarin te weinig biodiversiteit om de aanwezige zoogdieren voor ons eigen plezier ook nog af te schieten.

In plaats van jacht eerst diervriendelijke alternatieven

Maar eerst wordt de voorkeur gegeven aan diervriendelijke, niet dodelijke alternatieven. Zo leidt het afschieten van grote grazers in afgesloten natuurgebieden leidt regelmatig tot grote onrust in het land (paarden, edelherten); deels omdat het gaat om wilde populaties in afgesloten gebieden. Daarom is onze voorkeur om alternatieven te ontwikkelen als het ter plaatse, in de natuur, damherten steriliseren waardoor de te grote populatie vanzelf slinkt.

Ook in het buitenland

Daarnaast heeft Nederland een belangrijk aandeel in de vernietiging van de natuurlijke rijkdommen in andere landen. De grootschalige import van soja als voedsel voor de honderden miljoenen dieren in de Nederlandse vee-industrie gaat ten koste van tropisch regenwoud en oerbossen. Onze afwijzing van niet duurzame biomassa als energiebron, in het hoofdstuk 3 van het Deltaplan over Energie, wonen, werken en vervoer, is daarop gebaseerd.

Bronnen en reacties

Bronnen

Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering. En van andere partijen, zoals hier een aantal paragrafen van de Partij voor de Dieren.

We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.

Reacties

Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!

Deltaplan Duurzaamheid 4: Dieren

Deltaplan Duurzaamheid 4: Dieren – vrienden en voedsel

Inleiding algemeen

Er wordt veel gesproken over duurzaamheid in Nederland, maar te weinig gedaan. Partij Helder vindt dat de omslag naar een duurzame samenleving veel krachtiger en sneller en met meer draagvlak moet worden opgepakt. Het Klimaatakkoord is helaas iets van de Polder gebleven, en blijft nu een eigen agenda gehad te hebben (bijv. geen kernenergie) en de lasten worden verdeeld over iedereen behalve de grote bedrijven. Daarnaast is er geen enkele poging gedaan om er burgers bij te betrekken.

Onze definitie van Duurzaamheid gaat uit van het evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. En dan op de korte en de lange termijn, en hier en in de landen waar onze grondstoffen en producten vandaan komen.

Deltaplan duurzaamheid

In ons Deltaplan beschrijven we de spelregels en maatregelen die nodig zijn om in Nederland op de korte en lange termijn een evenwicht te krijgen en onderhouden tussen de belangen van mensen, dieren en milieu. Het gaat om een programma waarin echt wordt samen gewerkt door burgers, bedrijven en organisaties en de overheid.

En dat Deltaplan moet leveren: overzicht, samenhang, prioritering en verantwoording, met daarbij vooral duidelijkheid op de lange termijn. Het biedt helderheid en zekerheid waardoor burgers weten waar ze aan toe zijn en bedrijven weten hoe zij de overgang naar een duurzaam bedrijf kunnen maken.

Draagvlak

Om dit te laten lukken is het misschien wel het allerbelangrijkst dat we met elkaar een goede samenwerking moeten zien te vinden van alle betrokken partijen, met een goede mix van centrale regie en lokale belangen, en toch vaart te maken!

Inhoud van ons Deltaplan

Ons Deltaplan Duurzaamheid bevat de volgende onderdelen

Inleiding Hoofdstuk 4: Gemeenschappelijke belangen

In dit hoofdstuk gaat het om dieren in Nederland.  Partij Helder strijdt voor een goede balans tussen de belangen van mensen, dieren en het milieu. We bespreken gezelschapsdieren, dieren in de vleesproductie, dieren in het wild en algemene maatregelen. We houden het voor nu voor een puntsgewijze bespreking.

Tweeledig

De relatie tussen mensen en dieren wordt van oudsher beheerst door 2 behoeften van mensen: eten en vriendschap. Met name in geïndustrialiseerde landen als Nederland is de invulling van deze behoeften zorgvuldig gescheiden.

Huisdieren en andere dieren met een hoge aaibaarheidsfactor  kunnen rekenen op een warme plek in huis of tuin. We geven veel geld uit aan speciaal voedsel voor onze katten. Maar hebben geen probleem met kalfsvlees van kalveren die onderweg mishandeld worden of varkens die levend gekookt worden.

Bij onze aankopen in de supermarkten neemt biologisch en diervriendelijk vlees weliswaar een steeds grotere plaats in, maar dat is nog steeds veel en veel minder dan niet-biologisch en niet-diervriendelijk vlees. De voedingsindustrie is een proces dat erop is gericht om dieren als grondstoffen of ‘halfproducten’ zo efficiënt mogelijk te verwerken tot een grote verscheidenheid aan producten.

Mensen en dieren hebben gemeenschappelijk ziekten – One Health

Zoals we allemaal weten zijn er ziekten die ontstaan door bijv. infecties van mens op dier (Q koorts, corona). Deze ‘zoönosen’ kunnen een gezondheidsrisico vormen voor mensen en dieren. Uitbraken van corona en Q-koorts hebben laten zien dat de gevolgen groot kunnen zijn voor de volks- en diergezondheid. ‘One Health’ is een interdisciplinaire samenwerking om de gezondheid van mensen, dieren en milieu te verbeteren. Door deze samenwerking kunnen deze ziekten beter bestreden worden. Signalering van een zoönose is belangrijk om tijdig maatregelen te kunnen nemen zowel bij mensen als dieren. Nog beter is het om te zorgen dat deze ziekten worden voorkomen.

Droogte is slecht voor de landbouw, maar ook voor voor de biodiversiteit, w.o. nuttige dieren, en daarmee ons fruit

We hebben tegenwoordig langere perioden van droogte, die zijn ontstaan door de klimaatverandering die wij veroorzaakt hebben. Het gevolg daarvan is niet alleen dat de samenstelling van onze dieren- en plantsensoorten verandert. Ook de biodiversiteit als geheel vermindert. Dat is betreurenswaardig vanuit een algemeen idee dat we in een land willen leven met een gezonde natuur. Maar daarnaast is er nu bijvoorbeeld ook spraken van bijensterfte die is ontstaan door mijten, pesticiden, eenzijdig voedsel en slecht weer. En als die bijensterfte doorzet, dan hebben we steeds minder appels, aardbeien en koffie.

Gezelschapsdieren

  • Huisdierenlijst (1): Huisdieren zouden dieren moeten zijn die goed te houden zijn, makkelijk verzorgd kunnen worden en die veilig kunnen leven bij mensen thuis. Niet alle dieren zijn geschikt als huisdier. Sommige dieren kunnen ziektes overdragen, hebben bijzondere of ingewikkelde verzorging nodig of zijn gevaarlijk. Daarom werken we in Nederland aan een huis- en hobbydierenlijst (vroeger de ‘positieflijst’), maar die is nog niet in werking getreden. In de praktijk mag elk dier dus gehouden worden. Die Positieflijst moet er wat ons betreft z.s.m. komen.
  • Huisdierenlijst (2): En dat geldt niet alleen voor zoogdieren, maar ook dieren uit andere klassen als vogels, amfibieën, reptielen en vissen. Het ministerie is begonnen met zoogdieren, en gaat pas daarna verder met de andere dierenklassen. En ook hier geldt dat deze dieren, tot dat de lijst is uitgebreid, gehouden mogen worden in Nederland. Wij vinden dat er of haast gemaakt moet worden of dat dieren niet gehouden moeten worden totdat ze op de lijst staan.
  • Huisdierenlijst (3): Voor sommige exotische dieren is geen zorg aanwezig, want deze soorten zijn onbekend bij dierenartsen. Partij Helder vindt dat deze dieren niet in Nederland als huisdieren gehouden mogen worden.  En als we deze dieren al op de Huisdierenlijst zetten, dan kan dat pas als daar ook kennis voor ontwikkeld is bij de Nederlandse dierenartsen.
  • Europese Huisdierenlijst: Nederland moet zich in EU-verband in zetten voor een Europese lijst met diersoorten die gehouden moeten worden (een Europese Positieflijst).
  • Fokken: bij het fokken van dieren op uiterlijke kenmerken komen excessen voor, met als gevolg gezondheids- en welzijnsproblemen. Daarom moeten er per diersoort wettelijke normen komen, waaraan het fokken met gezelschapsdieren moet voldoen.
  • Doden: het in laten slapen van dieren mag alleen maar worden uitgevoerd door deskundigen, zoals bijvoorbeeld een dierenarts.

Dieren in de veehouderij – dieren als Voedsel & Waar

Bio industrie en dierenwelzijn

Partij Helder gaat werken aan een goed en langdurig evenwicht tussen de belangen van mensen, dieren en natuur & milieu. Onderdeel daarvan is dat bij dieren natuurlijk gedrag het uitgangspunt is (vergelijk Kipster). Dierenwelzijn heeft een wettelijke basis in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

De eenzijdige inzet op technologische oplossingen gaan vaak ten koste van het uitoefenen van het natuurlijk gedrag en de intrinsieke waarde en welzijn van het dier. Echter, in de bio-industrie worden dieren met fysieke ingrepen en genetische veredeling aangepast aan bedrijfseconomische eisen. Dierenrechtenorganisaties zoals Dierenbescherming en Wakker Dier, maar ook politieke partijen hebben daarom kritiek op de bio-industrie vanwege het gebrek aan dierenwelzijn. De productie van vlees, vis en zuivel zorgt daarnaast voor een grote druk op het klimaat en de biodiversiteit.

We zullen daarom een goed evenwicht moeten zien te vinden bij de herinrichting van Nederland en onze veeteelt, waar het welzijn van dieren in de veehouderij, zoals kippen, varkens en koeien e.a. een belangrijk onderdeel van is. Verbetering van dierenwelzijn is vaak afhankelijk van subsidies. Nu leeft slechts 5% van de jaarlijks meer dan 450 miljoen dieren in de Nederlandse veehouderijen in diervriendelijkere systemen zoals de biologische veehouderij.

Gemeenschappelijke gezondheid

Los van het belang van dierenwelzijn, is het welzijn van dieren in de veehouderij onlosmakelijk verbonden met ons klimaat en ons eigen welzijn. En daarnaast hebben we hierboven in de Inleiding de infecties besproken die van dier op mens of omgekeerd kunnen plaatsvinden (Q koorts, corona).

Dieren in de veehouderij

  • Dierenwelzijn wordt daarom een integraal onderdeel van de duurzame veeteelt die wij voorstaan, als onderdeel van de duurzame inrichting van Nederland.  Onderdeel daarvan is het uitfaseren van het houden van dieren in kooien, per sector.
  • Fokken: maak dierenwelzijn en robuustheid (vitale dieren, en niet doorgefokt en dus kwetsbaar) een voorwaarde in het fokken. Stel een plafond per sector aan voor het fokken op het verhogen van de productie per dier. Nu wordt er bijvoorbeeld gefokt op steeds meer biggen per zeug, maar dan heeft het varken niet genoeg tepels, dus wordt er gefokt op meer tepels. Het eenzijdig fokken op hoog productiviteit is niet alleen ongewenst vanuit de diergezondheid en welzijn, maar ook vanuit het maatschappelijk draagvlak.
  • Melk, eieren en mannetjes: bij de productie van melk met behulp van koeien en geiten zijn de mannelijke dieren een bijproduct. En dat geldt ook voor de haantjes bij eierproductie door kippen. Voor kalfsvlees is nog wel een markt, maar voor de bokjes en haantjes nauwelijks. Vaak hebben deze mannelijke dieren het een stuk slechter, omdat ze economisch geen waarde hebben. Ze kosten dus alleen geld. Bij het transport van kalveren vinden grote misstanden plaats. De haantjes worden normaal gesproken vergast of ze gaan in de hakselaar (wat wel sneller is). ….. Recent is bepaald dat bij geiten in ieder geval de bokjes vanaf 7 dagen geregistreerd moeten worden. Dat is niet toevallig, want dan zijn de meeste al overleden. Partij Helder vindt dat ook de bokjes geregistreerd moeten worden vanaf dag 2, zodat de daadwerkelijke geboortes en sterfte gemeten kunnen worden. Daarnaast vinden wij dat de boeren een vergoeding moeten krijgen die het aantrekkelijk maakt om ze in ieder geval een maand te houden, bij voorkeur op hetzelfde bedrijf. Als ze wat ouder zijn vindt er, als ze dan al geslacht worden, zo min mogelijk dierenleed plaatsvindt. Verder afmesten (laten doorgroeien voor meer vlees) kan ook, bij voorkeur op hetzelfde bedrijf. De meerkosten zal in de prijs van de geitenmelk- en geitenvleesproducten (voor de Zuid-Europese markt) moeten worden verrekend, dan wel met subsidie worden aangevuld.
  • Ingrepen: door de hoge dierdichtheid en het gebrek aan beweegruimte hebben varkens de neiging om elkaar te bijten. Het staartbijten heeft invloed op het welzijn en gezondheid van de varkens. Bij varkenshouderijen is het gangbaar om de varkensstaart uit voorzorg te couperen. Om kannibalisme bij kippen te voorkomen worden snavels ‘geknipt’. Mannelijke biggen worden (verdoofd) gecastreerd. Door de ruwe verzamelmethode van bio-industriekippen in Nederland lopen 29 miljoen kippen (8%) jaarlijks vleugelkneuzingen en breuken op. Voornamelijk door de snelle groei sterven 16 miljoen kuikens jaarlijks voortijdig. Het ministerie van LNV heeft als doelstelling dat alle ingrepen bij dieren in 2023 verboden worden.
  • Genetische manipulatie: het knutselen met de genen van dieren blijft wat ons betreft verboden. Er is zoveel economische druk op de productiviteit, dat de kans op misbruik te groot. Je kunt immers veel oplossen met genen, en misschien wel kippen kunnen ‘produceren’ zonder snavels. En als dat niet kan dan zullen de veehouders moeten zorgen voor meer ruimte.
  • Dierziektes hebben een negatief effect op dierenwelzijn. Een veelvoorkomend voorbeeld in de rundveehouderij is ontsteking van het uierweefsel (mastitis). MRSA komt bij 40% van de varkens voor. Vanwege MKZ werden in 2001 260.000 gezonde dieren preventief gedood (‘ruimen’). In Nederland zijn 88 BSE (gekkekoeienziekte) gevallen bij runderen vastgesteld (oorzaak: besmet diermeel). In 2006 was er een flinke uitbraak van blauwtong.
  • Stalbranden: kippen, kuikens, varkens, biggen, kalveren en koeien in de bio-industrie komen veelvuldig massaal om bij brand. Het gaat daarbij al gauw om honderden tot duizenden dieren per brandgeval die levend verbranden omdat de dieren in grote aantallen gehouden worden in één schuur. In 2009 verbrandden er 112.185 dieren waaronder 91.000 kippen, 7430 varkens, 400 koeien. 10 jaar later, in 2019, zijn er volgens het VATD, die het aantal dodelijke slachtoffers van stalbranden nauwkeurig bij houdt, al vóór oktober 328.038 dieren omgekomen door stalbranden. Stalbranden moeten standaard worden onderzocht op oorzaken en belangen.
  • Transport: Miljoenen levende dieren worden door Europa getransporteerd, non stop over duizenden kilometers om elders geslacht te worden, en vaak zonder goede verzorging (water). Nederland exporteerde in 2010 12 miljoen levende varkens, 60.000 levende runderen, 120.000 levende kalfjes en ruim 220.000 schapen en geiten. Vervoer van dieren zorgt voor veel dierenleed en risico’s voor de volksgezondheid. Partij Helder vindt dat dieren waar mogelijk hier moeten worden geslacht.  Dan hoeft alleen het vlees te worden vervoerd, wat ook efficiënter is qua brandstofverbruik en dus uitstoot.
  • Slacht: De Europese Verordening en de Wet dieren bepalen dat het doden van dieren zo pijnloos mogelijk moet gaan. Het doden van dieren mag alleen maar worden uitgevoerd door goed opgeleide medewerkers. Naleving in Nederland is onvoldoende.
  • Slachtmethoden die gepaard gaan met vermijdbaar dierenleed, zoals de onverdoofde slacht, CO2-bedwelming bij varkens en het levend aanhangen van gevogelte worden verboden. Levend aanhangen van bijv. pluimvee betekent dat deze op de kop opgehangen worden, en dan aan een ketting door een waterbad gesleept worden zodat ze nat worden, en dan krijgen ze een schok. Echter, vaak lukt dat niet goed, en dan wordt het dier levend geslacht. Een aantal van deze methodieken is volgens EU richtlijnen geoorloofd, maar hoeft niet. Er zijn alternatieven of deze kunnen ontwikkeld worden. Een hogere kostprijs van het vlees moet dan via de prijs gecompenseerd worden.
  • Rituele slacht: met het verbieden van de onverdoofde slacht wordt dus dat onderdeel van het ritueel slachten verboden, nl. het doorsnijden van halsslagaders zonder eerst te verdoven. Andere aspecten van de rituele slacht, zoals de aandacht voor vervoer, het dier niet onnodig bang maken etc. zijn vanzelfsprekend aanbevelingswaardig. Het is voor een deel van de gelovigen een belangrijk punt. Gelukkig zijn er bij zowel jodendom als islam allerlei mogelijkheden binnen de eigen godsdienst om regels aan te passen aan veranderende tijden, zoals ook al vaak gebeurd is. Zie ook Geloven.
  • Slachtsnelheid: om de voedselveiligheid en het dierenwelzijn tijdens de slacht zoveel mogelijk te borgen, zullen maximumnormen worden gesteld aan de slachtsnelheid zodat het slachtproces zorgvuldig kan worden uitgevoerd.

Dieren in zee – wilde vis en kweekvis

  • Visserij: er zal onderzoek moeten worden gedaan naar vissenwelzijn. Op basis daarvan worden dan regels opgesteld voor bijv. het verplicht bedwelmen van vissen aan boord. Vissen worden nu vaak levend gestript van hun huid, en waarschijnlijk hebben ze daarbij pijn en zuurstof tekort. Bij sommige soorten zijn er bedwelmingstechnieken, maar voor veel soorten niet. Er is nu in Nederland 1 visser die vissen eerst bedwelmt voor ze gestript worden. Ook worden vissen levend in het ijs gelegd, waardoor het lang duurt voordat ze dood zijn.
  • Voorlichting: de ecosystemen in zee zijn van groot belang voor de bescherming van het klimaat en de leefbaarheid op aarde. Wij pleiten ervoor om dit belang standaard op in het curriculum van het basis-, middelbaar en voortgezet onderwijs op te nemen. Daarnaast zullen deze ook standaard onder de aandacht moeten worden gebracht van beleidsmakers. Dit geldt natuurlijk voor alle ecosystemen, maar internationaal is elk land vaak met zijn eigen land bezig, en daardoor komen de ecosystemen in zee er vaak bekaaid af.
  • Vis bescherming in Europa: wat Partij Helder betreft wordt minimaal 40% van de Nederlandse en Europese wateren ingericht als reservaten en visvrije zones.

Dieren uit de natuur

  • Algemeen: Partij Helder komt op voor het welzijn van dieren, klein en groot, in onze natuur. Wilde dieren vinden nu hun weg naar dierentuinen, stropers en legale jacht. Een deel daarvan gaat vervolgens naar slagers en eettafels. Maar Nederland moet zuinig zijn op onze biodiversiteit.
  • Buitenlandse dieren in het wild: in het buitenland zullen we gaan vechten voor de bescherming van bijv. dieren voor toeristisch vermaak, zoals olifantenritten, het maken van selfies met tijgers en het knuffelen met leeuwen, de berengalindustrie en de beer-hondengevechten.
  • Handel – regulering: wij gaan voor verdere regulering van de handel in wilde dieren. Ook dient de rapportage, monitoring en evaluatie van deze handel verbeterd te worden.
  • Handel in bushmeat: er moet extra handhaving komen op de invoer en verkoop van bushmeat, mede vanuit het oogpunt van de volksgezondheid. Bushmeat is vlees dat afkomstig is van de jacht op wilde dieren in de tropen. Het betreft in de regel onconventionele soorten, bijvoorbeeld zoogdieren als apen, egels en vleermuizen, en reptielen als schildpadden en slangen.
  • Handel: de handel in ivoor e.a. ‘producten’, die aanleiding zijn om dieren vaak alleen daarvoor te doden moet strenger worden nageleefd en bestraft.
  • Verkoop fysiek: de verkoop van wilde dieren op fysieke markten moet verboden worden, mede gezien deze veelal een reservoir vormen van o.a. zoönosen (ziekten van dieren afkomstig) en het contact mens-dier hier groot is.
  • Verkoop online: wij gaan voor meer transparantie en regulering van de online verkoop van wilde dieren mede vanwege de hoge mate aan illegaliteit die dit met zich meebrengt.
  • Voorlichting: wij vinden dat er een (Europese) voorlichtings-/bewustwordingscampagne moet komen over het belang van de bescherming van biodiversiteit en de risico’s die het houden van wilde dieren met zich mee brengt. Soms zijn dieren ook gevaarlijk voor mensen of sowieso niet geschikt om in Nederland te houden.
  • Nederlandse dieren in het wild: ook in Nederland wil Partij Helder actief natuur beschermen of nieuwe natuur vormen, zodat zoveel mogelijk inheemse soorten en hun populaties worden hersteld en onderhouden.
  • Jacht: en daarom wordt de lijst met bejaagbare soorten afgeschaft waardoor plezierjacht op dieren alleen nog maar mag in het kader van natuurbeheer (met expliciete toestemming van bevoegde instantie).
  • Jacht alternatieven: maar eerst wordt de voorkeur gegeven aan diervriendelijke, niet dodelijke alternatieven. Zo leidt het afschieten van grote grazers in afgesloten natuurgebieden regelmatig tot grote onrust in het land (paarden, edelherten); deels omdat het gaat om wilde populaties in afgesloten gebieden. Daarom is onze voorkeur om alternatieven te ontwikkelen als het ter plaatse, in de natuur, steriliseren waardoor de te grote populatie vanzelf slinkt.
  • Dieren evenementen: gemeenten krijgen de bevoegdheid om op basis van dierenwelzijnsnormen evenementen met dieren te verbieden.
  • Opvang van wilde dieren: Nederland gaat zich inzetten voor Europese kwaliteitsstandaarden voor opvangcentra van wilde dieren. Onze voorkeur heeft de opvang in reservaten in de oorspronkelijke leefgebieden, en wij zullen (ook in corona-tijd) juist deze reservaten moeten ondersteunen.

Oplossingen: keurmerken en vraag en aanbod

Keurmerken

Er zijn ondertussen vele keurmerken, die het de consument makkelijker moeten maken om vlees te kiezen waarbij rekening is gehouden met dierenwelzijn, voeding e.a. factoren. In 2007 lanceerde De Dierenbescherming het Beter Leven keurmerk voor onder andere vlees met de bedoeling het lot van dieren in de bio-industrie te verbeteren. Een label op de verpakking geeft met 1-3 sterren de mate van dierenwelzijn aan. Eén ster is iets beter dan zonder keurmerk, drie sterren is het hoogst haalbare. De consument kan bij de keuze van een product een bijdrage leveren aan het dierenwelzijn door te letten op de ‘Beter Leven’ sterren. De kwaliteit van de hele keten moet worden meegenomen in het keurmerk dat het vlees krijgt. Helaas voldoet het overgrote deel van de vleesproductie in Nederland niet aan deze normen.  En ook is de vleesconsumptie, ondanks de gestegen consumptie van vegetarische vleesvervangers, nauwelijks of niet afgenomen.

Vleesindustrie: verminderen van de marktvraag

Partij Helder vindt dat dieren in principe een leven verdienen dat past bij hun aard en behoeften. Tegelijkertijd is het een illusie dat er binnenkort geen vlees meer wordt gegeten in Nederland, of zelfs veel minder vlees. Veel mensen willen vlees eten en er niet veel voor betalen. Zolang die vraag er is, blijven supermarkten vlees aanbieden tegen een zo laag mogelijke prijs.

We zullen dus iets moeten doen met een vleesindustrie die snel van diervriendelijker naar zeer diervriendelijk gaat. Lastig daarbij is dat het milieueffect van die blijere dieren soms groter is, dus we zullen gelijktijdig aan de slag moeten met de vleesconsumptie. De vleesproductie voor het buitenland zal plaats moeten maken voor een milieuvriendelijkere vorm van eiwit-productie.

De consumptie van vlees zal daarom gaandeweg steeds meer worden ontmoedigd. Partij Helder wil consumenten en boeren bedrijven en lokale overheden helpen om het welzijn van dieren in de veehouderij te verbeteren. Belangrijk onderdeel is een financieel pakket dat op het op de lange termijn mogelijk maakt om een goede boterham te verdienen (zie hiervoor het Hoofdstuk 7 Landbouw en veeteelt).

Maatregelen

  • Duurzaam wordt goedkoper: duurzaam geproduceerd vlees, vis en zuivel en vlees- en zuivelvervangers worden aantrekkelijker gemaakt in prijs
    • Dit gaan we o.a. doen door duurzaam vlees en zuivel in prijs aantrekkelijker te maken (0 % BTW), zodat er voldoende vraag ontstaat.
    • Daarnaast gaan we het gebruik maar ook het produceren van plantaardige alternatieven voor vlees en zuivel stimuleren.
    • Deze beide categorieën krijgen 0 % BTW en aanvankelijk geen duurzaamheidstoeslag (net als duurzame groente en fruit)
    • De normen worden voor de duurzaamheid worden steeds verder verhoogd (o.b.v. relevante keurmerken als Beter Leven e.a.).
    • De consumptie van vlees zal gaandeweg steeds meer worden ontmoedigd afhankelijk van hun klimaatimpact. En dus blijft duurzame kip relatief goedkoop en varkens- en lamsvlees maar zeker rundvlees worden successievelijk steeds duurder. Voor vis wordt een vergelijkbaar prijsmodel ingevoerd.
  • Vleesvervangers: in plaats van vlees kan ook voor vleesvervangers worden gekozen. In laboratoria wordt de mogelijkheid om te komen tot de fabricage van kweekvlees.
  • Voorlichting: consumenten zullen extra met voorlichting, onderwijs en de prijs (zie hierboven) worden gestimuleerd om gezondere en duurzamere keuzes te maken, en dus duurzamer vlees en waar mogelijk meer plantaardige eiwitten.
  • Preventieakkoord: daarnaast zal het Preventieakkoord worden aangescherpt en de termijnen versneld. Onderdeel daarvan is het maken van bindende korte termijn afspraken met alle marktpartijen die vlees aanbieden, w.o. supermarkten, kantines, cafés- en restaurants, ziekenhuizen, kiosken in dierentuinen, fastfood ketens, tankstations e.a.

Oplossingen: wetgeving en naleving

Rapportages, inspectie en naleving

  • Rapportages en (addenda bij) jaarverslagen van bedrijven en organisaties worden uitgebreid met verplichte paragrafen over hun duurzame maatregelen en het effect ervan. Belangrijk onderdeel hiervan zijn de stappen die zijn gedaan om schade aan mensen, dieren en milieu in hun ketens te voorkomen, te beperken en te herstellen waar nodig (NB: dieren zijn nu nog niet in initiatiefnota voor die wetgeving opgenomen – IMVO  https://idvo.org/, maar wij stellen voor dat wel te doen.)
  • Inspectie: in alle genoemde dieren hierboven (bij dieren in het wild of in de veehouderij of thuis) is het noodzakelijk dat er voldoende handhavers zijn met kennis en expertise. Sancties dienen proportioneel te zijn en te leiden tot gedragsverandering. Dit betreft ook het naleven van de keurmerken en afspraken over de positie van duurzaam voedsel in het voedselaanbod. Tevens is permanent camera-toezicht in slachterijen een optie.
  • Voedselschandalen: de voedselschandalen in het verleden hebben duidelijk gemaakt dat wetgeving tekort schiet. Als een vleeshandelaar paardenvlees verwerkt en het rundvlees noemt, dan is dat een economisch delict. Wij zeggen: als een vleeshandelaar paardenvlees (vaak met medicijnenresten) als rundvlees verkoopt, of paardenvlees van onbekende herkomst verwerkt, dan is dat in feite het doelbewust schade brengen aan mensen, dan wel het risico accepteren dat er schade ontstaat. En daarmee is het een zaak voor het strafrecht.
  • Inspectie van de hele keten: de kwaliteit van de hele keten zal strenger moeten worden gecontroleerd, zowel voor het dierenwelzijn maar ook voor onszelf. En de uitslag hiervan moet worden meegenomen in het keurmerk dat het vlees krijgt.
  • NVWA bij Ministerie van VWS of zelfstandig: om de belangen beter te scheiden, zal de NVWA voortaan onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) moeten worden geplaatst (wat nu ook al een van de 2 opdrachtgevers is, naast Landbouw). Een andere optie is om het helemaal een zelfstandig orgaan te maken.
  • NVWA uitbreiden: ook zal de NVWA moeten worden uitgebreid. Als dat om budgettaire reden nodig is kan worden onderzocht of samenwerking met medewerkers en vrijwilligers van dierenwelzijnsorganisatie mogelijk en wenselijk is.
  • Openbaarheid: daarnaast zullen alle inspectierapporten openbaar worden, net als nu kennelijk mogelijk is bij de NVWA v.w.b. de hygiëne van geïnspecteerde restaurants.

Dierenmishandeling

  • Uitgangspunt: dieren verdienen een goede bescherming. Het welzijn van veel dieren komt in gevaar door de manier waarop ze worden gefokt, verhandeld, gehouden of gedood. Dierenbescherming omvat menselijke inspanningen die onnodige dierenmishandeling voorkomen en dierenwelzijn bevorderen.
  • Meer prioriteit: op het moment dat dieren mishandeld worden dan is er sprake van een misdrijf. Dit soort misdrijven blijven vaak onbestraft door gebrek aan prioriteit. Wij vinden dat dierenmishandeling meer prioriteit moet krijgen, w.o. goede registratie door de politie en gedegen onderzoek. Dierenmishandeling zal vaker moeten leiden tot pathologisch onderzoek en waar mogelijk tot strafvervolging. Daders moeten afdoende bestraft worden.
  • Beroepsverbod voor ‘economische daders’: daders die verdienen aan het fokken van honden, paarden e.a. dieren zullen sneller een beroepsverbod moeten krijgen.
  • Gemeenschappelijk belang: als iemand dieren mishandelt dan is dat overigens mogelijk ook een aanwijzing dat deze persoon ook mensen mishandelt of gaat mishandelen.

Verdragen

  • Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking: Nederland gaat wat ons betreft in haar buitenlandse betrekkingen ‘duurzaamheid’, inclusief de bescherming van de biodiversiteit en de natuur een onderdeel maken van het beleid (BuHaOs).
  • Handelsverdragen: Nederland gaat in principe geen handelsverdragen meer sluiten waarin de gehanteerde standaarden voor dierenwelzijn lager zijn dan de standaarden die in Nederland worden gehanteerd.
  • Nederlandse Antillen: de Nederlandse Antillen zullen worden ondersteund bij het opstellen van een dierenwelzijnsbeleid. Ze zijn zelfstandig, maar we hebben er wel een innige relatie die tot deze inzet verplicht.

Wetgeving: dierenrechten algemeen

Dit zijn onze uitgangspunten:

  • Huidige Nederlandse recht – dieren als objecten: in het huidige recht worden dieren in beginsel gezien als objecten waarop eventueel eigendom uitgeoefend kan worden. De huidige wetgeving is er dan ook vooral op gericht om deze eigendomsrechten te beschermen, of om onnodige wreedheden tegen dieren te bestrijden. Daarnaast bestaat er wetgeving gericht op dieren om de voedselvoorziening veilig te stellen en uitbraak van ziekten te voorkomen. In de wetgeving zijn de rechten van dieren daarom onvoldoende geregeld.
  • Dierenrechten in de Grondwet: het is een optie om de rechten van dieren grondwettelijk vast te leggen, zoals in Duitsland al is gebeurd in 2002
  • Definitie van dierenwelzijn: in de wetgeving wordt wat ons betreft een positieve definitie opgenomen van dierenwelzijn, zoals bijvoorbeeld de toegang tot sociale interactie, het uiten van natuurlijke behoeften, een slaap- en rustplek etc. Daarnaast de negatieve aspecten zoals het vermijden van pijn of fysiek lijden.
  • Ontwikkelen van wetten: ontwikkelen van juridische kaders, wetten, op alle niveaus, met doelstellingen en normen die over regeringsperioden heen moeten worden nageleefd, inclusief wetgeving voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

Bronnen en reacties

Bronnen

Dit is ons concept Deltaplan Duurzaamheid. Bij ons Programma gaat het om het op korte termijn vaststellen van onze ideeën. We hebben vrijelijk geleend uit de websites van Milieucentraal, Wikipedia, samenvattingen van het Klimaatakkoord, reacties daarop, publicaties van de heer Bezemer in De Groene, het plan Fresco/Veerman voor een agrarische hoofdstructuur, en de New Deal met de boeren (College van Rijksadviseurs – Berno Strootman), Wikipedia Duurzame landbouw, Biologische landbouw, Kringlooplandbouw, VEH artikelen over energiebronnen, en documenten en berichten over het Klimaatakkoord en de maatregelen van de regering.

We willen de auteurs van bovengenoemde publicaties niet te kort doen, maar hebben er voor gekozen om niet bij elk citaat te verwijzen naar een specifieke bron. De teksten die we overgenomen hebben zijn daarnaast voor onze rekening in de zin dat wij verantwoordelijk zijn voor het gebruik en de, mogelijk foutieve, vertaling naar ons Programma.

Reacties

Het is geschreven door gewone burgers die vinden dat het niet snel genoeg gaat met de overgang naar een duurzame samenleving. We zijn nog geen specialisten in duurzaamheid, brandstoffen, energieopwekking, dierenrechten of natuurgebieden etcetera. En daarom: heeft u opmerkingen of correcties: uw reactie via ons contactformulier zijn meer dan welkom!